DEEL O: Waterval - Reisverslag uit Dodoma, Tanzania van Tom Keetels - WaarBenJij.nu DEEL O: Waterval - Reisverslag uit Dodoma, Tanzania van Tom Keetels - WaarBenJij.nu

DEEL O: Waterval

Door: Mafkeetels

Blijf op de hoogte en volg Tom

17 Mei 2009 | Tanzania, Dodoma

DEEL O
Waterval

Maji ni uhai
... zo noemt men het water dat met geweld in de afgrond dondert; water des levens. De waterval in het dorp aan de voet van de Kilimanjaro, Marangu, ligt tussen twee heuvels in en de vrouw die bovenaan op de rots staat, kijkt uit over het dal. Het gerucht gaat dat zij vroeger van de rots af is gesprongen in het kolkende water onder aan de val; zij gaf haar leven en het water nam het. Vandaar Maji ni uhai. Het koele water is een zachte omhelzing om mijn kuiten terwijl ik door het water richting de waterval banjer. Flinterdunne druppels zijn als een douche wanneer ik te dichtbij kom. Het is ontspannend hier te zijn, te midden van de natuur met een uitzicht over de rivier die afdaalt naar het dal en boven mij, een meter of dertig, het water dat aan de vrije val begint. Rocky en Iringa zijn bij ons om vandaag met zijn allen een vroege reünie te houden, om te lunchen, om afscheid te nemen en om te beloven elkaar in de toekomst terug te zien.

Familiar and similar faces
Na de waterval volgen we het pad verder de berg op, tussen landerijen van bananenbomen door; alles is hier zo vrij en er heerst een serene rust. Als eerst komen we aan bij het huis van onze rots in de branding. Het is een prima huis dat karig is ingericht. Rocky biedt ons te drinken aan en stelt ons voor aan zijn zoontje. Nog geen vijf jaar oud zal het zijn, de middelste van de drie, de anderen zijn op school, zo zegt hij. Het kind lijkt sprekend op zijn vader. De gastvrijheid waaraan we inmiddels gewend maar waarbij je toch telkens weer even stil staat, is ook hier in Marangu aanwezig. Onze gids verdwijnt even naar een andere kamer in het huis om een moment later terug te komen met twee lavastenen in zijn hand; rechtstreeks van Uhuru-peak. “I want to give you this,” zegt Rocky en geeft ons ieder een steen ter grootte van een ei. “It is from Uhuru, to thank you both for this special trip.” Het is makkelijk om zoiets tegen al je toeristen te zeggen, maar het komt zo oprecht op me over dat ik geloof dat hij dit niet zomaar voor iedereen doet. Van zijn huis gaan we door naar het huis van Iringa en vervolgens naar John, de chef kok. Overal waar we komen, begroeten ze ons hartelijk en bieden ze ons wat te drinken en te eten aan. Het is nog maar iets van 48 uur geleden dat we boven op de berg stonden, maar het lijkt al zo lang geleden en het is goed de mannen weer te zien. Als we ook Agustino hebben gevonden in het dorpje dalen we af naar een restaurant met een sfeervolle open plek; her en der staan tafeltjes met stoelen in de schaduw van de bomen, het is er vredig en kalm en vanuit de luidsprekers klinkt oude country muziek. Het is een plek voor dorpsfeesten en een plek om alleen in alle rust te gaan zitten met een boek en een biertje. We nuttigen een lunch die meer wegheeft van een barbecue praten na, lachen en doen beloftes die we misschien nooit na kunnen komen. Maar dat maakt voor dan allemaal niet uit. Dan is het tijd voor het laatste afscheid; Rocky, Iringa, Agustino, John en de anderen blijven achter met tranen in de ogen en op dat moment weet ik zeker dat deze nieuwe vrienden oprecht zijn.

Cheers and beers
Terug in Moshi nemen we contact op met Abe om de rest van de dag met elkaar op te trekken. De meiden zijn aan hun verslag aan het werken maar in de avond zullen we opnieuw bij elkaar komen om te eten. Tot die tijd is het tijd voor de jongens om te doen waar we inmiddels goed in zijn. Eten en drinken. Bij een klein winkeltje waar ze snoep en ijs verkopen, kopen we met zijn drieën een bak ijs waar ons pa drie weken over doet en gaan buiten op het terrasje zitten om het samen op te eten. De zon lach ons vriendelijk toe wij heren zijn allen goed geluimd. Voordat de lekkernij als sneeuw voor de zon weg kan smelten hebben wij het over onze magen verdeeld. Het is een middag zonder echt plan en dat voelt soms zo heerlijk. Even later lopen we een hotel binnen en volgen we de trappen omhoog naar het dakterras waar we een uitzicht krijgen over de stad en de natuur daaromheen. De wijzers van de klok gaan richting half vijf en we rechtvaardigen voor elkaar dat we wel bier mogen drinken; Abe overtuigt mij dat ik er een mag nemen omdat ik op de berg een week lang over heb moeten slaan, ik overtuig Bart dat hij er best een mag nemen omdat het toch vakantie is (waarop hij terecht de vraag stelt wanneer het dan geen vakantie was...) en Bart overtuigt op zijn beurt Abe door te zeggen dat als je een week lang schorpioenen in en om je bed had (dat is echt waar) je dat trauma weg moet drinken. En daar zitten we dus op het dakterras met koud bier. Het zijn momenten waarvan je zegt 'Goh, wa he'n we 't toch goew' en ''t leven is skon'. Het gesprek is niet aflatend, noch in de voortgang noch in de humor en de ene na de andere bierfles gaat leeg door ons toedoen, totdat we tegen half acht elk vijf bier achter de kiezen hebben en de Zweedse meiden sms'en dat zij naar boven komen.

Run, run, run...
We verkeren alle drie in een gemoedstoestand die zorgeloos en gelukzalig is en met de meiden erbij is onze full-house weer compleet. De meiden kennen wel een goed restaurant, al zou gezien mijn snorrende maag alles wel voldoen, en wij stemmen ermee in zonder een probleem te maken. Abe kijkt rond maar kan de vrouwelijke ober niet vinden, ook Bart en ik bespeuren haar nergens. Waarom we het doen, weet ik nog steeds niet, al kan het best wel eens te maken hebben met onze bezigheid de afgelopen drie uur, maar we nemen de benen; we jagen de trap af, lol dat we hebben, slaan soms drie treden over, lopen de vrouw tegen het lijf – ze vraagt of we al betaald hebben, we roepen in onze vlucht dat we dat bij haar collega hebben gedaan als in een collectieve likeminds actie, en waarom weten we niet, maar we hopen dat ze er minstens vijf minuten over doet om te ontdekken dat ze boven helemaal geen collega heeft – en vluchten zo koel en onopvallend mogelijk naar het restaurant. Het lijkt me onnodig te zeggen dat om deze actie de grootste lol hebben en van de ene in de andere slappe lach vallen. Ja, het is niet goed wat we deden, maar aan de andere kant hebben we al bijna drie maanden elke dag voor alles telkens iets teveel betaald. Ach, ik probeer me dan toch maar enigszins te verantwoorden.

What goes around
... slaat als een boomerang terug in je gezicht. Zo ook in ons geval. De gezelligheid is groot aan de tafel, met leuke verhalen, droge grappen en bekende liedjes, als twee obers met een ander pakje aan dan die van het restaurant zwijgend stilhouden aan onze tafel en een papiertje voor Abe neerleggen. Het valt even stil; Abe bekijkt het briefje, geeft het aan mij en ik vervolgens aan Bart, die zich afvraagt wat hier in dan in hemelsnaam mee aan moet. “Weet ik niet,” zeg ik, “maar hebben we echt elk vijf bier gehad?” Ik kijk Abe vragend aan, die zijn schouders ophaalt. “Ik zou het niet weten,” zegt de Amsterdammer. We leggen elk wat geld in en zonder een woord te hebben gezegd verlaten de obers met de andere pakken ons weer. Als ik me er van vergewist heb dat ze buiten gehoorafstand zijn, barst ik uit in lachen en met mij de rest. “What goes around...” zegt Inricka. “Comes around,” vult haar vriendin aan. Ach, we hebben onze lol gehad en zij hun geld, uiteindelijk dan, en ik zeg: “Never regret anything in life you did that made you smile.” Daar proosten we op om de avond net zo gezellig af te maken als hij begonnen is.

The day after
De volgende dag zal onze laatste in Moshi zijn; we kopen nog wat souvenirs, lezen en ontspannen totdat we aan het eind van de middag Abe weer ontmoeten. Hij is vandaag bij een stichting langs geweest om te praten over vrijwilligerswerk. Het bleek een succesvol gesprek en hij kan meteen aan de slag met een project naar keuze. Dat kan het bouwen van een school zijn, werken met verstandelijk of lichamelijk beperkte kinderen, het opvangen en spelen met straatkinderen, noem maar op. Kijk, zo zie je wel dat ondanks onze actie van de avond ervoor we echt wel goede jongens zijn met het hart op de juiste plaats. Het is toevallig alweer half vijf als het onderwerp 'bier en eten' ter sprake komt. Ik stel voor om eens in plaats van een kroegentocht een restaurant tocht te ondernemen; we gaan langs bij meerdere restaurants in de stad om bij elk een bier en een gerecht te eten. Abe en Bart kunnen nog inkomen met dat biertje maar om overal een gerecht te nemen... Bart legt uit dat ik daar werkelijk toe in staat ben en Abe beaamt dat, daar hij me al enkele keren bezig heeft gezien tijdens het eten, zo zegt hij. I'll take that as a compliment!

Deli Chez
Totdat we uiteindelijk weer de meiden ontmoeten in een restaurant ergens in de stad, elke keer een andere, zoeken wij een kroeg op met biljarttafel, hamburgers en bier. Wonderbaarlijk genoeg win ik de wedstrijd van biljarten; ik hanteer de strategie simpelweg te wachten en niks te verkloten totdat de ander per ongeluk de zwarte bal in een gat tikt, zonder dat hij dat mag. Het is al bijna half negen als we Mirjam en Inricka vinden in Deli Chez, een luxe restaurant waar ze Chinees, Indisch, Japans en Mexicaans eten hebben en bovendien watermeloen sap. De meiden hebben weer hard gewerkt aan hun essay vandaag, maar in de avond trekken ze graag met ons op om te ontspannen. Daarin slagen we altijd moeiteloos overigens, zo ook deze avond. De tijd vliegt als het leuk is en zo gaat ook deze avond weer in een ogenblik aan me voorbij. Eenmaal terug op onze verblijfplaats kijken we nog het laatste deel van Manchester United – Arsenal en daarna beseffen we dat het tijd is afscheid van Abe te nemen. Want de volgende ochtend zullen we met de Zweedse meiden naar Lushoto, een dorp in de bergen met haar beroemde uitzicht op de vallei vanaf een overhangende rots, gaan. Zij kennen namelijk een Zweedse, oudere vrouw die daar een boerderij heeft voor gasten.

Lovely Lushoto
Annette, zo heet de vrouw, heeft een vriendelijk gezicht en vindt het leuk dat ze gezelschap heeft voor de reis van bijna vier uur van Moshi naar Lushoto. Onderweg praat iedereen wel een keer met elkaar en grappen we zoals gewoonlijk over van alles en nog wat. Het is vandaag overigens Koninginnedag in Nederland en het gerucht gaat, volgens Abe, dat vandaag Beatrix aftreedt om de scepter over te geven aan Willem Alexander. Hoe konden wij die ochtend weten welke tragische gebeurtenis zich later deze dag zou voltrekken? Een weg met haarspeldbochten leidt ons omhoog, de bergen in richting Lushoto. Na elke bocht wacht ons weer een mooi uitzicht en ik besef dat ik niet aan de bergen kan wennen. Het blijft mooi. Uiteindelijk komen we aan op een prachtige boerderij waar de meiden hun intrek nemen in een kamer naast de keuken en waar Bart en ik een rond huisje met een rieten dak nemen; het is als een sfeervol kabouter huisje en ik waan me Pinkeltje.

Bad news on the cliff
Het is vroeg in de middag en het weer is ons zeer gunstig gezind. We kopen dik bruin brood met speciale kaas uit Zweden en jus d'orange om een mooie plek te vinden in het gras met uitzicht over de vallei die zich onder aan de voet tot voorbij de horizon uitstrekt. Groen. Het is hier groen. Na even zoeken vinden we het uitzichtpunt; een stuk rots die op een rechte hoek maakt richting de aarde. Daar kun je beter geen stap teveel zetten dus. We gaan op onze buiken liggen en kruipen langzaam naar de rand om onze hoofden er overheen te steken. Door de enorme diepte duizelt het voor mijn ogen. Ik ben niet de enige die daar last van heeft, want ook de anderen trekken al snel hun hoofd terug. Hoelang we daar precies zitten, weet ik niet, maar iedereen staart verzonken in gedachten voor zich uit; de wind speelt met de haren; de zon brandt in onze nek; en heel af en toe fantaseren we over een reus die hier ergens door de vallei moet dwalen. Voor de rest zwijgen we en genieten we. Totdat we een sms van onze vriend Abe ontvangen waarin hij zegt dat er een aanslag op ons Koningshuis is gepleegd, een of andere gek die met zijn auto door een menigte wilde stoten. Niemand van het Koningshuis is geraakt, maar wel allen diep geschokt natuurlijk, en zover bekend zijn er al enkele doden en meerdere gewonden.
Scrubs
Bart en ik bellen met familie in Nederland om nog meer te weten te komen over het drama. In het geval van Bart weet hij het zelfs eerder, hoe vreemd dat wellicht klinkt daar wij helemaal in Tanzania zitten. Al met al maak ik op dat het zwarte dag in de geschiedenis van ons land is. Ook de meiden zijn onder de indruk van het nieuws. Later in de middag ondernemen we de lange wandeling terug naar de boerderij. Ik praat de hele weg met Mirjam, over microfinanciering en ontwikkelingshulp, en Bart met Inricka over weet ik wat. Onderweg spelen we nog met een kind, dat tussen Mirjam en ik wurmt en spontaan onze handen vastpakt; we schommelen haar van voor naar achter hoog in de lucht en het meisje giechelt van plezier. Tegen de avond en met het eten al bijna op tafel komen we terug bij de boerderij. Mirjam en Inricka hadden het al vaker over een grappige ziekenhuis serie 'Scrubs' en vanavond moesten we er dan toch maar aan geloven. Ik ga er goed voor liggen, in de veronderstelling dat het waarschijnlijk een vrouwenserie is, maar moet eerlijk toegeven dat het inderdaad een zeer vermakelijke serie voor beide geslachten is. Humor mengt zich met de drama die een ziekenhuis niet vreemd is en dan zijn er natuurlijk de bekende affaires en relaties onder het personeel. Inderdaad, een prima concept.

Al the alien!
Die nacht krijg ik een onverwacht bezoek van een ruimtewezen, gezien zijn verschijning moet dat wel – gebruik je fantasie want ik kan het onmogelijk beschrijven – en ik noem het Al en adresseer het als 'het' omdat ik onmogelijk het geslacht kan achterhalen. Alf en Et zijn bovendien ook maar afgezaagde namen. Het komt van de planeet Naburis, waar in tegenstelling tot botox en anti rimpel crème telepathie de laatste mode is, zo vertelt het mij via zijn gedacht – wat een vreemde gewaarwording is – om me een buitenaardse levensbeschouwing van de planeet aarde te geven. Al heeft namelijk enige tijd – een fenomeen dat voor het anders is dan voor mij, legt het uit – mijn wereld in de gaten gehouden, zo zegt het, en Al dunkt het pure noodzaak dat ik de schokkende bevindingen 'aanhoor'. Het zit het blijkbaar erg hoog en ik ben zo vrij geweest verslag te leggen van Al's relaas.
"Jij leeft op de derde steen van de zon, aarde, een blauw met groene planeet.”
Goh, Einstein...
“Jouw soort stamt af van de apen en jullie zijn nog altijd zo verbazingwekkend primitief en dom, dat jullie zo ongeveer de snelste dieren van jullie wereld 'antilopen' en 'luipaard' noemen en dat velen van jullie van mening zijn dat een stropdas dragen een heel gaaf, gelukkig makend idee is.”
Al heeft een punt, weet je...
“Jullie noemen jezelf ironisch genoeg homo sapiens, de denkende mens, ondanks dat jullie altijd problemen hebben gehad en nog steeds, waardoor het grootste deel van jullie mensen het grootste deel van de tijd ongelukkig is.”
Pessimistisch, maar het zet me aan tot denken...
“Jullie bedachten ook van die groene papiertjes en glimmende rondjes, die jullie aan elkaar geven, want dat zou iedereen wel gelukkig maken. Maar, nee, met de papiertjes en rondjes kwamen juist meer problemen en niemand werd er gelukkiger van. Ach, ongelukkige papiertjes en rondjes, ironisch toch weer, want zij bedoelden het in elk geval wel zo goed.”
Ah, het is een geitenwollen sok die meent dat geld niet gelukkig maakt...(Echter draagt het geen sandalen)
“Zo blijven jullie problemen houden en zijn de meeste mensen gemeen tegen elkaar en ongelukkig bovendien, zelfs degenen met een stropdas.”
Waar gaat het naartoe...
“Kijk, iets meer dan 2000 aardse jaren geleden, eigenlijk nog niet zo lang geleden dus, nagelden jullie een man aan enkele stukken boom, omdat het hem wel een geschikt idee leek eens aardig te zijn voor elkaar. Voor de verandering...”
Dus het is waar, de nozem uit Nazareth bestond echt..! (Nozem daar hij zo opschepte dat zijn Vader alles gemaakt heeft enzovoorts)
“Ondanks dat scheen het een aantal van jullie een puik plan om het idee van de man, geloof, voort te zetten. Echter, ironisch en paradoxaal genoeg, bekwam hetgeen met de beste intentie jullie grootste oorzaak van alle kwaad; jullie slaan elkaar van tijd tot tijd de harses in omdat anderen blijkbaar, of zou wel eens kunnen want dat argument bleek voldoende verantwoord, anders en verkeerd geloven. De ironie zit hem in het feit dat jullie niet schijnen te begrijpen dat jullie allemaal over hetzelfde praten, weliswaar met andere woorden, en in wezen in hetzelfde geloven.”
Simpele beschouwing maar daardoor niet per definitie onwaar...
“Want jullie zijn namelijk vergeten dat jullie in wezen allemaal hetzelfde zijn en jullie proberen je daarom op veel manieren van elkaar te onderscheiden; door middel van rare kapsels of kleding, als een strakke scheiding en een duim brede snor of door witte mutsen, te dragen met de bekende, enge gevolgen waardoor jullie wereld, zoals jullie die nu kennen, dagelijks serieuze bedreigingen ondergaat.”
Prima, maar wat is de moraal...
“De moraal van het verhaal; om te overleven moeten jullie terug naar de basis, terug naar jullie thuis. Anders gaan jullie dingen op elkaar gooien met nare gevolgen bovendien.”
Dan is Al weg en laat het me alleen met het's buitenaardse levensbeschouwing. Mijn gedachten herkennen geen metafoor meer, zoals de dwergen van Pratchett ook geen beeldspraak begrijpen, en daardoor geloof ik in navolging van het's advies, dat het wellicht niet zo'n goed idee was om ooit uit de bomen te klimmen en misschien hadden we zelfs nooit de zee moeten verlaten...

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Tom

Afstudeeropdracht: Onderzoek de mogelijkheden naar het opzetten van een supply chain voor Jatropha zeep in Tanzania.

Actief sinds 28 Dec. 2008
Verslag gelezen: 179
Totaal aantal bezoekers 30780

Voorgaande reizen:

02 Februari 2009 - 02 Juni 2009

Mijn eerste reis

Landen bezocht: