DEEL N: Moshi - Reisverslag uit Dodoma, Tanzania van Tom Keetels - WaarBenJij.nu DEEL N: Moshi - Reisverslag uit Dodoma, Tanzania van Tom Keetels - WaarBenJij.nu

DEEL N: Moshi

Door: Mafkeetels

Blijf op de hoogte en volg Tom

17 Mei 2009 | Tanzania, Dodoma

DEEL N
Moshi

Heavenly matras
Het is zalig, hemels zelfs, om eindelijk weer eens in een bed met een matras en kussen te liggen; op de berg had ik namelijk de harde matjes en moest ik kleren vouwen en oprollen tot een kussen, dat te hard is voor mijn oor, waardoor ik elke ochtend ontwaakte met een ontwrichte schouder en een gevouwen oorschelp. Je kent dat wel, dat je op één oor ligt en als je langzaam je hoofd op tilt dat je oor dan pijn doet. In elk geval, ik slaap die eerste nacht na de Kilimanjaro als een (b)engel en de volgende ochtend moeten we ons haasten om niet te laat voor het ontbijt te komen. Het is vreemd, want daar waar we op de berg een luxueus ontbijt met van alles en nog wat kregen, daar kan ik nu kiezen uit brood, boter, jam en stukjes watermeloen.

It all goes so fast
Na het ontbijt en na de douche is het vooruitzicht als volgt: vandaag en morgen – waar we een uitstapje naar Marangu maken – zijn we in principe in Moshi en wat we daarna doen, weten we allebei niet. De twee dagen gaan snel voorbij in een zorgeloze sfeer waarin alles genieten is, toch probeer ik ze voor jullie rustig te beschrijven. We bellen de Zweedse meiden Mirjam en Inricka, die in Moshi verblijven, en spreken met hen af voor het avondeten in een restaurant in de stad; daarmee komen we allen de belofte na die we elkaar op de laatste avond in Arusha maakten. De Zweethiopiërs verblijven echter op Zanzibar en gezien hun tijdschema is er maar één kans om hen nog te ontmoeten voordat ze terug naar Zweden vliegen. Die kans ligt in Dar en de tijdspanne is krap. Het lijkt wel een film zo, he. Welbeschouwd hebben we nog de hele middag voor ons en aangezien we bijna twee weken geen internet hebben gezien, besluiten we dat eerst maar eens te doen. Ik heb het overigens geen seconde gemist, om twee redenen: op de Kilimanjaro had ik het daarvoor te druk en het dreigt de kist van Pandora – onderzoek, weten jullie nog – weer open te krikken. Toch loop ik nu richting een internetcafé, dat in een mooi hotel bewerkt met warm hout, ligt omdat ik nieuwsgierig ben naar mail van familie en vrienden, en ook wel omdat het toch wel moet.

Rewind to last evening
Overigens blijkt de wereld klein te zijn, want, zo was ik vergeten, de avond ervoor liep ik een naam die een belletje deed rinkelen tegen het lijf in de gangen van het hostel. Nu vragen jullie je allemaal af wie dat in hemelsnaam toch is – dat is ook wel logisch na zeven Amerikaanse meiden, een stel Tanzaniaanse, een Canadese, een Nederlandse, een Belgische, twee Duitse, twee Zweedse en twee Zweethiopiërs, geloof ik. Wel, tijdens onderzoek, een week voor vertrek naar Arusha, in Dar es Salaam ontving ik een mail van Harry, een man die ons helpt, over een meisje dat voor onderzoek naar Moringa naar Tanzania is gegaan, waarin hij me verzocht haar op gang te helpen. Ik heb een keer gemaild met Willemijn en daarin vertelde ze me dat ze nog even vakantie hield in Arusha en omstreken. Goed, drie weken later gebeurt er dus het volgende. “Hee, ben jij Nederlander?” vraagt het meisje met de krullen op de gang. Gezien het PSV shirt dat ik draag, hoef je daar geen Einstein voor te zijn en ik zeg: “Ja, hoe kom je er toch bij.” Inderdaad, denkt ze, dat shirt. Goed, ik wil doorlopen want mijn bier boven begint lauw te worden, maar dan roept ze me nog even terug. “Zeg, ik heb hier twee Nederlandse boeken die ik al heb gelezen, wil jij ze misschien, ik kan ze nu toch niet meer meesleuren.” Ah! Boeken, of ik of een tante kan ik daar wel mee verheugen. Ik loop terug bij haar de kamer in. “Waarvoor ben je eigenlijk hier?” vraagt ze. “Onderzoek naar Jatropha.” Dan is daar ineens een verbaasde uitdrukking op haar gezicht. “Jij bent toch niet Tom, of wel soms?” vraagt ze. “Aangenaam kennis te maken,” zeg ik en schud haar de hand. “Dan moet jij Willemijn zijn die onderzoek wil verrichten naar de Moringa, geroemd om al haar medicinale kwaliteiten. De Moringa dan, niet jij, zover ik weet.” Dat voeg ik nog even voor de zekerheid toe. “Ja, aangenaam, dat ben ik.” Maffe, kleine wereld denk ik als ik even later aan mijn inmiddels lauwe bier zit.

Again a small world
Bij dat internetcafé komen we een jongen tegen en zoals dat dus gaat met Nederlanders in het buitenland, zijn ze makkelijk te herkennen. Hij vertelt dat hij Abe uit Amsterdam is en dat hij nu een tussenjaar geniet van vrij rondreizen in combinatie met vrijwilligerswerk om in september van dit jaar een studie in Delft te beginnen. Op onze beurt lichten wij onze achtergrond toe. We zeveren en bekijken onze mail en het blijkt weer zo te zijn dat je hier makkelijk banden legt. Bovendien blijkt Tanzania weer een hele kleine wereld want: het blijkt dat ook Abe de twee Duitse meiden uit Arusha heeft ontmoet – hij heeft er zelfs weken mee opgetrokken – en wanneer we de telefoonnummers checken – ja, natuurlijk hadden we die te pakken – blijkt inderdaad dat we het over dezelfde Lea en Laura hebben. Van zeveren krijgt een mens honger, althans ik wel, en dus leg ik een gepaste voorstelling voor aan Bart en aan Abe. “Pizza?” Soms is het alsof je iemand al jaren kent, terwijl dat helemaal niet het geval is. Twee hoofden knikken instemmend en niet veel later zitten we om de tafel met onze neuzen in een menukaart gestoken.

Pizza it is, again
Zo verstrijken de middaguren; drie jongens onder elkaar, pratend over van alles en nog wat. Het is leuk en gezellig en voordat we het weten schemert het al. De meiden laten per sms weten al met een taxi onderweg naar het restaurant te zijn wanneer wij op het dakterras van ons hostel met een pint in de hand uit zitten te kijken over de stad; rechts in de verte zie ik de Kilimanjaro en zelfs op zo'n afstand is ze machtig groot; onder me zijn de straten nog druk met verkopers, vrouwen met kinderen en mannen die houten karren vol groenten en fruit trekken; en recht voor me kijk ik uit over de markt, waar ze groenten, fruit, prullaria en van al andere soorten troep verhandelen, die langzaam minder druk wordt maar waarschijnlijk niet zal rusten in de avond. Na het bier lopen Bart, Abe en ik aan en ontmoeten we de meiden bij een mooi restaurant niet ver van ons hostel. Enthousiasme is groot en het groeten hartelijk. Het is meer dan een week geleden en dus is er genoeg te vertellen aan elkaar. Mirjam en ik vormen als 'vanouds' weer het 'droge humor duo' en dan is daar vanzelf het onvermijdelijke moment tussen de gesprekken en tijdens het eten door; voor even kan niemand een hap doorslikken en het bier in mijn mond proest ik noodgedwongen uit, van het lachen, het tot bijna stikkens tot lachen; mijn buik doet immens pijn en ik steun op de tafel. Abe, Bart, Inricka en Mirjam hebben het ook even niet meer. Wanneer de golf is weggeëbd en we onze gelaten strak proberen te trekken, valt er een woord in de groep dat voldoende is om weer een golf van slappe lach te ondergaan. Zelfs voor de omzittenden en voor het personeel blijkt het besmettelijk te zijn en zo duurt het al met al wel even voordat de rust weer is wedergekeerd in het restaurant. Een unieke avond! Volgens Abe ben ik echt gestoord – en dat bedoelt hij op de best mogelijke manier – en ik beaam: “Ja, ik lach hier de ballen uit mijn broek!”

Childish beggars or begging children?
Vanaf het restaurant lopen we volledig verzadigd terug in de richting van het hostel. Het is al donker en dan is het niet raadzaam, vooral als vrouwen, nog over straat te wandelen. Maar we zijn met vijven waarvan drie jongens en dus is het geen probleem. Op een straathoek, schoppend tegen plastic flessen, staan een stel kinderen; ze zijn nog jong, ik schat ze op nog geen tien jaar oud, en op hun kleren zitten vieze vegen van zand en vuil, en met gaten bovendien. Wanneer ze ons zien, staken zij hun straatspel en lopen op ons af. Niet dreigend, maar bedelend; een treurige blik in de ogen, het handje in een gebaar voor de mond 'ik wil eten'. Het is een confronterende scene waarvan iemand ofwel geïrriteerd ofwel onder de indruk geraakt. Dit is mijn redenering: als ik hen geld geef, weet ik niet waaraan ze het uit zullen geven, wat maakt dat de enige juiste en verantwoorde manier om hen te helpen, mits ik en zij dat willen, ik hen direct eten moet aanbieden. Drugs is namelijk overal te vinden op de straten en het komt vaker dan goed is voor, dat ouders de kinderen op straat sturen, bij dag en bij nacht, om te bedelen voor drugsgeld. Die mogelijkheid wil ik zelf al uitsluiten. Dus ik neem een besluit. “Wewe e mimi,” zeg ik tegen een kind en gebaar door eerst naar hem en dan naar mijzelf te wijzen, samen, “ntake chakula wa restaurant. Salama?” Ik stel het kind voor om samen naar het restaurant te gaan, om samen wat te eten te nemen. Hij begrijpt me prima, maar houdt nog altijd zijn hand voor me in de lucht met hetzelfde gebaar. Ja, denk ik, dat is precies wat ik je wil geven. “Money...” smeekt het joch. Nee. “Hamna pesa, pole sana mtoto, ndiyo chakula.” (Ik heb geen geld, heel erg sorry kind, maar ik heb wel eten). Het kind, dat me prima begrijpt, hapt letterlijk en figuurlijk niet. Jammer. Daardoor vermoed ik dat het hier om drugsgeld ging, of iets anders dat geen elementaire levensbehoefte is. Helaas.

Sofie's World
Voor het hostel overwegen we wat te doen. De avond is nog betrekkelijk jong en we hebben eigenlijk nog geen zin om op te splitsen en te gaan slapen. Abe, die al wat langer in Moshi is dan wij, kent wel een goede kroeg cq club waar we naartoe kunnen gaan. In kleren die door de reis op de berg al weken niet gewassen zijn stap ik in de eerste de beste taxi die we vinden. Dat is niet moeilijk in Tanzania overigens. Beeld je zo ongeveer hetzelfde in als toen in Arusha Hotel inliep; gekreukt shirt, ongeschoren – zoveel haar heb ik nog nooit op mijn kaken en kin gehad, maar het hangt er nog wat tussen in – korte broek en een pet van waaronder nog wildere pieken vandaan steken. Ik heb iets weg van Randal Graves uit Clerks en heb ergens ook wel een beetje dezelfde houding. De taxi brengt ons, opgestapeld op de achterbank, naar de club waar inderdaad een gezellige sfeer hangt. Daar drinken we er nog één en verzinken Bart, Abe en ik – wanneer de meiden al welterusten hebben gezegd – in een diepgaand gesprek over filosofie en wetenschap, atomen en quarks, God en het heelal, geloof en spiritualiteit. Zeer interessant. Abe wijst me op 'De wereld van Sofie' een boek dat ik bij deze ook Tante José aan wil raden. Op een zeer toegankelijke manier in de vorm van een verhaal dat elke pagina serieus tot denken aan zet, verhaalt de schrijver over alle filosofen en hun denkwijzen van toen tot nu. Verderop in het boek wordt het allemaal wat pittiger, zo blijkt, maar tegen die tijd denk je zelf al als een filosoof, zo zegt Abe van negentien lentes, en ga je er dus makkelijker in mee. Ik ga het lezen als ik thuis ben in elk geval.

One drunken man and two sober whores
Een ongewenste gast dringt zich op door tussen Abe en ik met zijn handen op de tafel te steunen, om te voorkomen dat hij omvalt van zattigheid. Een zweem van alcohol hangt als een sterke deodorant om de man. Hij tracht ons een safari aan te smeren, maar Abe verwijst de man voor een extra drankje naar de bar. Niet veel later zie ik dezelfde man omringd door twee vrouwen van lichte zeden in vermomming; dat weet ik omdat ze niet als hoer verkleed waren... Ehm, goed. De man slaat zijn linkerarm om de ene en zijn rechter om de andere vrouw. Dan loopt hij naar buiten en in zijn gang kruisen onze blikken even; zijn glimlach is te breed voor iemand die zijn leven waagt. Drank maakt onachtzaam, vergeetachtig en impulsief, geloof ik. Waar de man waarschijnlijk nog een verlengde nacht en wellicht een verkort leven tegemoet gaat, daar is in elk geval voor ons de dag ten einde. De moeheid hangt zwaar boven de ogen en eenmaal terug om de kamer heb ik niet lang nodig weg te drijven naar dromenland.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Tom

Afstudeeropdracht: Onderzoek de mogelijkheden naar het opzetten van een supply chain voor Jatropha zeep in Tanzania.

Actief sinds 28 Dec. 2008
Verslag gelezen: 193
Totaal aantal bezoekers 30782

Voorgaande reizen:

02 Februari 2009 - 02 Juni 2009

Mijn eerste reis

Landen bezocht: