Speciale Editie: Kibangu Parish II
Door: Mafkeetels
Blijf op de hoogte en volg Tom
24 Maart 2009 | Tanzania, Dar es Salaam
Note van de schrijver: dit verhaal is geschreven in een verhaalvorm om meer inzicht in het leven op Kibangu Parish, waar ik tijdens mijn reis verblijf, te geven; de mensen die er dagelijks zijn en die inmiddels mijn vrienden zijn, voor dit leven tot in het hiernamaals.
Kibangu Parish
Ik zweef in het duister. Geen muren, geen klamboe. Zelfs niet het zilveren schijnsel van de maan dat normaal door de ramen binnenvalt, waarvoor gaas tegen ongenode gasten is gespannen. Wat me gewekt heeft, weet ik niet, maar de elektriciteit moet weer uitgevallen zijn en waarschijnlijk heeft Bart voor het slapengaan de gordijnen dicht getrokken. Ook de ventilator doet het nu niet en dat verklaart het dun laagje zweet op mijn huid. Op de tast vind ik mijn mobiele telefoon en met het indrukken van een paar toetsen licht het schermpje groen op in het donker. Kwart over drie in de nacht. Nee, dan slaapt de zon nog. Ik draai me op mijn zij en duw mijn hoofd diep in het kussen. De geur, een mengsel van zweet, zonnebrand en insectwerende lotion die nog steeds brandt op ontblote lichaamsdelen, plaagt mijn neus en ik geloof niet dat Yuda die er ooit nog uit kan krijgen. Alles went en lig er al weken niet meer wakker van. Toen ik leed aan malaria was het nog veel erger overigens; een stank die alleen moeder natuur in haar razernij van me af wist te spoelen. Met nog vijf uur tot aan het ontbijt probeer ik de slaap weer te vatten.
Een zacht zoemen gaat schuil achter de bries die mijn gezicht verkoeling toe blaast. Ik blijf nog even op mijn zij liggen staren naar schaduwen op de muur van de vroege stralen van de zon, die links en rechts de kamer binnendringen waar de gordijnen in gebreken blijven. Na een minuut of misschien zijn het er twee draai ik me op mijn rug en wrijf mijn handen door mijn gezicht. Het is ochtend en het rinkelen vanuit de kamer vertelt me dat Yuda de tafel aan het ophalen is voor het ontbijt. Bart ligt in een ogenschijnlijk ongelukkige houding maar zijn gezicht staat tevreden. Ik kan alleen maar raden wat zich achter zijn oogleden afspeelt; is hij weer met zijn ouders of heeft hij een afspraak met zijn vriendin, Simone? Het alarm van mijn telefoon verstoort de rust. Mijn makker knippert versuft wat met zijn ogen en mompelt een goedemorgen. Net voor de wekker gaat wakker worden, dat is echt iets voor mij. Alsof mijn biologische klok drie minuten voorloopt. Ik rek me over de lengte uit, een aangename tinteling ontstaat in mijn tenen en trekt op tot aan mijn kruin. Dan rol ik de klamboe op, enkele gaten die ik nodig weer moet dichtplakken met sporttape vallen in het oog, en vervolgens laat ik me voorzichtig uit bed glijden. Kabels wurmen zich tussen mijn tenen; telefoons, nintendo's en laptops. Het is een jongenskamer waar Jan Steen zich thuis voelt. In de badkamer gooi ik water in mijn gezicht en zet ik alles op een rijtje voor de dag. Het kost een mens vijf minuten om zijn leven op orde te krijgen, zegt men, maar volgens westerse maatstaven probeer ik het in twee.
Voordat ik aan tafel ga, loop ik eerst even naar buiten waar de zon al aardig op temperatuur is. Kerkgezang en orgelklanken gonzen uit de kerk, het is de ochtendmis die nog in volle gang is. De honden zie ik niet meer en zijn al door Yuda vastgezet in hun hok. Yuda beheert de keuken, de honden en het overige huishouden, van 's ochtends tot 's avonds met alleen een vrije dag op woensdag. Vaak mogen Snoopy en Picho overdag niet vrij rondlopen over de binnenplaats. Ik vind het vreemd en bovendien een vorm van mishandeling als je bedenkt hoe klein en heet het hok is. Mwinyi nuttigt zijn ontbijt aan de tafel naast de ingang tot de keuken, die samen met het kantoor voor de priesters tegen de kerk is aangebouwd. Bij de keuken de hoek om leidt een stenen trap je omhoog naar een ijzeren poort die toegang biedt tot de zij ingang van de kerk. Aan dezelfde tafel als waar Mwinyi zit te eten, strijkt Yodi – een jongeman van naar ik schat mijn leeftijd die bij bijna elke mis als dienaar of anderszins is betrokken – onze was. Over een uur moet hij weer naar de kerk om de volgende mis mee voor te bereiden. Ja, de was hoeven we hier niet zelf te doen. Eenmaal per week vraagt Yuda naar onze vieze kleren en handdoeken om deze vervolgens aan Yodi mee te geven. Alles gaat op de grote hoop en daarna is het hopen dat je je eigen kleren terug krijgt. Ach, tot nu toe is het nog elke keer goed gegaan en dan kan ik er ook geen problemen mee hebben. Meteen na het ontbijt zal Mwinyi zijn enige verantwoordelijkheid vervullen door Brian naar de kerk een eindje verderop in de heuvelen brengen voor de mis van negen uur. Waarschijnlijk gaan Bart en ik tegen elf uur naar de mis voor de kinderen. Dat vind ik de mooiste, omdat het er allemaal zo vrijelijk en onschuldig aan toe gaat. Father Albert zal de mis voorgaan en Yodi gaat hem bijstaan door de kinderen zo goed en zo kwaad mogelijk in het gareel te houden. Ik mag hem wel, want hij neemt verantwoordelijkheid – samen met Giorgi houdt hij een oogje op de kerk – en lacht bovendien altijd.
De scherpe lezer zal het al doorhebben, maar ik wil toch nog wat meer aandacht besteden aan hoe het er hier aan toe gaat. Iedereen heeft zijn eigen taak en verantwoordelijkheid. Merk op dat ik geen meervoud gebruik, dat is alleen voor uitzonderingen van wie er toevallig enkelen rondlopen op Kibangu Parish. Yuda is zogezegd de meester van de keuken en het huishouden, Giorgi doet over het algemeen alleen de tuin, Yodi helpt bij de mis en doet de was, en Mwinyi is chauffeur. Daarbij zijn de machtsafstanden heel erg groot tussen de mensen hier, waar het op werk aankomt. Er bestaat geen twijfel over wie er de baas is en wie alles bepaalt. Father Brian, al doet hij dat op de meest vriendelijke manier mogelijk zonder misverstanden over de verhoudingen in het leven te roepen. Waar Nederland zich kenmerkt door platte organisatiestructuren – omdat inspraak motiverend werkt – daar kenmerkt Tanzania zich dus door een gelaagde structuur. Als je geen scholing krijgt, is het moeilijk om jezelf van een dubbeltje in een kwartje te veranderen. Overigens maakt dat de mensen hier niet gek veel uit geloof ik; economie en welvaart zijn hier niet de verheerlijkte goeden die ze in het Westen wel zijn. Welzijn staat in beiden culturen boven aan de ladder, alleen benaderen zij de laatste sport vanaf een andere kant. Als ik een zijstap maak naar het normale leven in Dar es Salaam dan stuit ik op het fenomeen van 'shared poverty'. Het is een keuze die haar wortels vind in de cultuur. Vanuit een economisch perspectief gaat de gemeenschap er zowel niet op vooruit als op achteruit. Het simpele voorbeeld van de supermarkt illustreert de status quo. Doordat iedereen één taak en één verantwoordelijkheid krijgt toebedeeld en in een supermarkt veel meer mensen werken dan eigenlijk nodig is, heeft iedereen weliswaar het gevoel bij te dragen maar verdient iedereen net genoeg of net te weinig. Bovendien biedt het geen perspectieven, niet voor de werkgever en niet voor de werknemer om door te groeien, en alles delen is daarmee wellicht meer een soort sociale verplichting dan een bewuste keuze uit vrije wil.
Als het gebied Kibangu een oude kerk is, waar sluitstenen een dragend element vormen in de boog constructies, dan is Brian de sluitsteen. Vaak bescheiden op de achtergrond maar indien nodig krachtig op de voorgrond, draagt hij de gemeenschap op zijn schouders en wanneer hij er niet meer is, want zo gaat dat nu eenmaal als de sluitsteen wegvalt, vrees ik dat daarmee het hart en de dragende handen van de Kibangu gemeenschap wegvallen. Zo belangrijk kan één man zijn en als iedereen hier dat terdege beseft dan proberen ze nu zo veel als mogelijk van deze bijzondere man op te steken. Zelfs dan is het moeilijk zijn verlies – helaas is alles vergankelijk en ook al wil niemand er hier aan denken, maar ook Brian zal op een nog onbepaalde dag zijn Inspiratie de hand schudden – op te vangen, want passie en pure goedheid is iets dat je hebt of niet, geloof ik. Tijdens het ontbijt met Brian kom ik tot de conclusie dat hij veel meer is dan een priester; hij gedraagt zich en is als een gelijk medemens, ondanks zijn verheven positie als priester en hoofd van de kerkelijke gemeenschap; hij heeft het inzicht en de intelligentie van een top-ondernemer en weet, vaak in tegenstelling tot, het algemeen belang voor het eigen belang te stellen, mensen boven geld; en hij is bovendien als een symbool voor zijn omgeving. Ja, hij is groot als priester, maar nog veel groter als mens zelf en dat is zeer bewonderenswaardig. Iedereen loopt weg met deze man, en andersom. Na deze gedachtegang volmaakt te hebben, is mijn boterham vermalen en nog aan het afdalen en nip ik van mijn nog hete thee.
Wordt vervolgd...
-
27 Maart 2009 - 21:10
T. José:
Ik heb genoten van deze speciale editie, van de warmte waarmee je de mensen van Kibangu Parish beschrijft.
Wat moet jij wel niet van deze mensen gaan houden, als ik dat al op afstand doe. -
28 Maart 2009 - 21:23
Nicht:
Ik moet ook zeggen dat deze speciale editie mij zeer geboeid heeft.
Ik heb hierdoor een nog duidelijker beeld gekregen van de mensen en omgeving. Leuk om zo met je mee te le(z)ven.
Groetjes Femke
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley