Speciale Editie: Kibangu Parish
Door: Mafkeetels
Blijf op de hoogte en volg Tom
23 Maart 2009 | Tanzania, Dar es Salaam
Note van de schrijver: dit verhaal is geschreven in een verhaalvorm om meer inzicht in het leven op Kibangu Parish, waar ik tijdens mijn reis verblijf, te geven; de mensen die er dagelijks zijn en die inmiddels mijn vrienden zijn, voor dit leven tot in het hiernamaals.
Kibangu Parish
Een van die dagen waarop de baai er uitziet zoals het hoort; de wolken worden voortgejakkerd door de wind; omkrullende golven met witte schuimkoppen breken keer op keer in de branding, als razende moordenaars; aan de einder bewegen vissersboten in en uit beeld op de deining van het water; en de wind rukt zacht aan de bladeren van de palmbomen die de mensen aan het strand verkoeling toewuiven. Moeder natuur onstuimig en overweldigend. Verder landinwaarts doemen de heuvelen van Kibangu op, heiig en zacht als in een droom. Een wirwar van smalle straatjes van zand en klei en steen tussen overdadig groen leiden allen tot Kibangu Parish, waarvan het wellicht meest bekende symbool ter wereld zich ontzagwekkend boven de azuurblauwe zee verheft. Een balk die de aarde met de hemel verbindt en een iets kortere dwars daarop gelegd; het kruis. Een baken van hoop, rust en vrede in duistere tijden en een gedenkwaardig aanzicht van een stad waar ik een deel van mezelf achter laat. Dar es Salaam.
Het is zaterdag laat in de middag en de zon raakt al bijna het water aan. Enkele minuten geleden hebben we de ouders van mijn reisgenoot uitgezwaaid nadat ze een hele dag met ons hebben doorgebracht. Nu kijken Bart, Mwinyi en ik uit over de oceaan, even maar, om daarna naar Kibangu terug te keren. Onze moslimvriend staat in de schaduw van een overhangende tak. Soms begrijp ik de man niet helemaal bedenk ik me. Hij moet een jaar of veertig zijn – bijna net zo oud als Father Brian – is naar eigen zeggen gelukkig getrouwd met zijn vrouw en heeft een zoontje en een dochtertje. Een gezin. En toch is het enige dat hij doet onze gastheer naar de therapie brengen, een uur of drie wachten, om hem vervolgens weer thuis te brengen. Het is niet dat hij tussendoor iets anders doet om wat meer geld te verdienen voor zijn geld, terwijl dat goed mogelijk is. Nee, hij wacht en leest de krant als Brian die toevallig in de file voor het stoplicht van een straatverkoper heeft gekocht. In Nederland doen mensen dat niet. Ze voelen zich waarschijnlijk nutteloos, vervelen zich of frustreren zich. Maar Mwinyi lijkt daar geen last van te hebben. Wachten is een taak en klagen staat niet in zijn woordenboek. Daar moet ik dan toch mijn pet voor afnemen. Al helemaal voor het feit dat in deze wereld, in een tijd waarin religies nog steeds niet vreedzaam met elkaar door het leven gaan, deze moslim dagelijks een christelijke priester helpt. Soms denk ik in de dode minuten vlak voor het slapengaan wel eens dat mensen elkaar te weinig helpen en dat moslims en christenen elkaar teveel in de haren vliegen. Als dat het geval is met deze samenleving, dan geven Father Brian en Moslim Mwinyi het goede voorbeeld.
De zwart met wit beschilderde toegangspoort tot Kibangu Parish doemt voor ons op na een lange, zwijgzame rit van de kust tot in de heuvelen. Af en toe wissel ik wat woorden met Bart of Mwinyi, over het weer, de warmte en de dag, maar een echt gesprek komt nie op gang, daarvoor waren we allemaal te moe en verzonken in onze eigen gedachten. Enkele malen claxonneren is een teken voor Yuda, de bediende en schoonmaker van het huis van de priester, om zijn territorium de keuken te verlaten en de poort te openen. Yuda, Father Albert, Father Brian en de honden wachten ons op aan de andere kant terwijl onze chauffeur de jeep behoedzaam de binnenplaats op stuurt. Rechts van mij torent de kerk hemelhoog op en links van me het huis. Het is al bijna tijd voor het avondeten en de zon is nog slechts een halve bol; de hemel verkleurt, de dag vergaat en maakt plaats voor het schemerdonker. De kleine hond is net uit zijn hok bevrijdt en begroet me door speels in mijn enkels te happen. Gelukkig bijt hij niet door, daarvoor is hij te goed van aard. Op Giorgi na, de man die de planten snoeit en allerlei klusjes in en rond het huis en de kerk doet, is het dagelijks gezelschap van Kibangu Parish aanwezig.
Avondeten. Iedereen neemt plaats op de stoel die als vanzelf aan hem toegewezen is; Brian en Albert aan de uiteinden en Bart en ik tussen hen in aan de lange zijden van de tafel. De priesters maken een gebaar dat door de eenvoud ervan bijna tot kunst is verheven. Het is een symbool dat de Vader, de Zoon en de Heilige Geest met elkaar verbindt en het toont daarmee hoe iets simpels iets groots kan vertegenwoordigen. Waar het geloof in Nederland een langzame dood lijkt te sterven, neemt de positieve invloed en macht van de kerk hier nog elk jaar toe. Dat is omdat de mensen hier behoefte hebben aan geloof, daar nog altijd hun kracht uit putten. Bovendien doet de kerk veel goede dingen voor haar gemeenschap; ze bouwt scholen, ziekenhuizen en geeft kleine leningen weg aan gezinnen opdat hun kinderen onderwijs kunnen volgen of zodat zij zelf een kleine onderneming kunnen beginnen. Allemaal voor een betere, meer welvarende toekomst. Die taak en verantwoordelijkheid is de kerk in Nederland al sinds lange tijd niet meer toebedeeld, geloof ik. De priester uit India prevelt een kort gebed waarin hij onze dank betuigt voor het eten dat we ontvangen. Amen. De man voegt op de laatste dag van de maand een extra streepje toe aan zijn leven. Negenendertig. Op mij komt hij soms lui, dan weer geestelijk afwezig over, maar zijn hart zit op de goede plek. Als die daar al niet zat dan weet ik zeker dat Brian daarvoor heeft gezorgd. De man lijkt op iedereen in zijn omgeving een goede invloed te hebben. In hem komen zowel barmhartigheid als wijsheid samen. In korte tijd is Albert een goede vriend van me geworden en elk gesprek is bezwangerd met grappen. Ik sla hem ongemerkt gade tijdens het eten; hij eet met zijn rechterhand, een gewoonte in Tanzania, en neemt geen water tot zich zolang hij eet. Laatst vroeg ik de man naar de reden voor zijn priesterschap en hij vertelde dat hij als kind nooit priester wilde worden, waar zijn ouders dat wel verlangden. Toen hij jaren later, inmiddels opgegroeid tot docent, op de leeftijd van drieëntwintig alsnog besloot priester te worden, zaten zijn ouders in zak en as. Nee, sterker nog, ze konden Albert niet meer zien als hun zoon. Zoals het heden uitwijst heeft hem er dat niet van weerhouden de opleiding te volgen. Gelukkig is het contact met zijn ouders sinds meer dan tien jaar weer gezond. Ik kan alleen maar respect op brengen voor zijn moedige beslissing, want de laatste mensen in je leven die je tegen je in het harnas wilt jagen, zijn toch vaak je ouders. Maar, hoe het ook zij, moederliefde en vaderliefde zijn meestal sterker dan wrok. En dat is maar goed ook.
Na het eten komen we nog even samen op de binnenplaats. De tegelvloer doet aan als een schaakbord met haar zwart en witte vlakken. De honden dartelen om ons heen of verschansen zich tussen de planten, om hun behoeften te doen en om hun ruggen te krabben. Het moet inmiddels een uur of negen zijn en daarmee is het tijd voor Yuda om terug te keren naar vrouw en kinderen. 's Morgens vroeg, al voor dat iemand wakker is in het huis, is hij alweer in de weer in de keuken om het ontbijt klaar te maken en de lunch voor te bereiden. Met zijn een meter vijftig hoog en ietwat misgroeide rug is hij erg belangrijk voor Brian en Albert. Giorgi komt nog even langs om iets aan onze gastheer te vertellen, waarschijnlijk gaat het over morgen want ik vang de woorden 'kesho' en 'asubuhi' op uit gesprek, wat respectievelijk morgen en ochtend betekent. Overigens heeft de beste man onlangs een derde kind gekregen. Het is een zoontje. En misschien ligt het slechts aan mij, maar de glimlach op zijn gezicht lijkt iets breder dan normaal te zijn. Hoog boven ons zijn de sterren uitgestrooid over een nachtblauw doek, met hier en daar enkele flarden wolken. Het is een mooie avond, maar de wind is inmiddels gaan liggen en dat voorspelt een benauwde slaap. Mwinyi is al voor het avondeten naar zijn gezin teruggegaan en nu verlaten ook Giorgi en Yuda samen de kleine wereld die Kibangu Parish heet. De honden mogen buiten blijven en doen dienst als onze bewakers. Overigens is dat geen grap, want een week geleden kwam ons het verhaal ter oren dat een huis van de zusters bruut is overvallen; alle waardevolle spullen gestolen, het mes op de keel en verwondingen door handtastelijk geweld. Tot onze grote opluchting waren ze niet verkracht. Helaas is dat geen uitzondering in Dar es Salaam wanneer een bende vrouwen overvalt.
Wordt vervolgd...
-
27 Maart 2009 - 20:37
T. José:
Prachtig! Dit is het verhaal waar ik al vanaf het eerste uur Afrika naar uit heb gekeken.
Je beschrijft het schitterend, tot in details. Ik wil nu ook meteen het vervolg lezen.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley