DEEL 11: Ontketende melodie
Door: Mafkeetels
Blijf op de hoogte en volg Tom
02 Maart 2009 | Tanzania, Dar es Salaam
Ontketende melodie
Unchained melody
Voor mijn geestesoog zie ik het echtpaar achter het grote computerscherm zitten, met een dampende mok thee, sigaret of sigaar en een leesbril – ik durf er een Tanzaniaans maandsalaris om te verwedden dat de mannelijke helft de zijne kwijt is, vergeten is of dat hij simpelweg te eigenwijs is om hem op te zetten – en dan besef ik dat mijn met zorg gerangschikte woorden hun gevoel tot een speelbal maakt: mijn ouders. Hoe kan ik anders? God deelt ons wel eens een hand vol misfortuin. Je voelt het in je botten, het moment waarop Hij de andere kant uit kijkt. Malaria. Ruim een week geleden was ik zo ver weg, dat elke stap die ik zette op weg naar 'huis' was. En nu is alles anders. Het is als een onaards verheven, ontketende melodie die alles helemaal vrij maakt; soms begiftigd door mineur, maar meestal hartverwarmend en verwonderend.
Some have to live with the scars
Na een week mengen we ons voor het eerst in het verkeer sinds een week. Voor het stoplicht koopt Brian twee Tanzaniaanse kranten en schaffen wij The Guardian en The Citizen aan voor een 'lauwsie' zestig eurocent. Voetbal, sport. Man wat mis ik de wereld van het voetbal, waar het nieuws sneller rond gaat dan een hoer haar cliënteel. Ik lees bij en speur daarna de voorpagina af op interessant nieuws. Wanbestuur, corruptie, dood en verderf. De krant is overal hetzelfde en verschillend tegelijk. Ja, sommigen moeten leven met de littekens en dat besef wordt bevestigd als ik even later uit het raam naar de mensen langs de kant zit te staren. Vergroeide of ontbrekende lichaamsdelen, horrorachtige wonden, het is allemaal onderdeel van de werkelijkheid die Dar es Salaam heet. Ik geef niks, dat helpt niet op de termijn en bovendien zijn er ook genoeg bij die de zaak flessen. Maar terwijl een vrouw me terug in de ogen kijkt, fluistert een klein stemmetje in mijn achterhoofd: “Als je haar iets geeft, al is het maar iets, dan bezorg je haar waarschijnlijk een zorgeloze dag.”
Ataraxia: Turtle and Donkey IV
Zweef mee naar het land waar niet aan de essentie van het leven voorbij wordt gejaagd, waar het leven wordt geleefd zoals het behoeft; één met de natuur en in alle rust. Daar waar de natuur je de adem beneemt; velden en stroompjes en bossen verder dan het oog reikt. Vogels zwevend in de lucht, herten grazend in de vallei en vissen glijdend door de wateren. In Ataraxia, de wereld van zielsrust, vinden we langs de uitbundig begroeide oever van de rivier Schildpad en Ezel, verwikkeld in hun dagelijkse ochtendgesprek:
S: “Zeg, Ezel, geloof jij dat je over een Vrije Wil beschikt?”
E: “Jazeker, Schildpad, ik ben vrij in mijn keuzes.”
S: “Hm'm, kun je dat uitleggen?”
E: “Ja. Kijk, ik zet een stap opzij. Mijn keuze uit Vrije Wil.”
S: “Als je het zo zegt...”
E: “Wil je soms zeggen dat ik niet vrij ben in mijn keuzes?”
S: “Geloof je in de Bijbelse God?”
E: “Ja.”
S: “Dan heb je geen Vrije Wil, je denkt van wel, maar het is niet zo.”
E: “Maar waarom dan, Schildpad. Leg het me uit.”
S: “Heb je gehoord van de Tien Geboden?”
E: “Natuurlijk, eehm, Gij zult niet Doden, Gij zult niet..”
S: “Goed, je hebt van ze gehoord. Weet je ook wat er met je gebeurt als je een of meerdere van de Geboden overtreed?”
E: “Dat kun je beter niet doen, want dan word je gestraft en moet je naar de hel.”
S: “Hoe zit het nu met je vrijheid?”
E: “Hoe bedoel je?”
S: “Wat ik wil zeggen: wat is je vrijheid nog waard, als het al echte vrijheid is, als je in de wetenschap leeft dat fouten bestraft worden?”
E: “Oh nee! Niks, het is bijna niks meer waard.”
S: “Wees niet ongerust, vriend, het komt slechts door het gebrek van woorden en de verkeerde interpretatie van de Tien Geboden die onze vrijheid telkens in twijfel trekt.”
E: “Leg uit.”
S: “Herinner je je nog dat ik vertelde dat God Alles is en Alles is Liefde, dus God is Liefde?”
E: “Ja.”
S: “Goed. En je weet ook dat God de mens heeft geschapen naar Zijn evenbeeld, toch?”
E: “Ja.”
S: “Denk jij dat God een slecht iemand is, dat Hij zichzelf zou straffen?”
E: “Maar natuurlijk niet! Dat zou Hij nooit en te nimmer doen.”
S: “Zou Hij in dat geval de mens, Zijn Evenbeeld, bestraffen?”
E: “Ik geloof van niet...”
S: “De Tien Geboden, mijn vriend, zijn eigenlijk Tien Beloften.”
E: “Dat snap ik niet. Ik snap ook niet hoe dat alles met elkaar verband houdt, hoe dat alles verklaard...”
S: “Ik leg het je uit. God maakt een belofte met ons. Als wij beseffen dat God Alles is, dat God dus ook in jou en in mij vertegenwoordigd is, dat Alles van hetzelfde laken een pak is, dat wij dan niet zullen doden, stelen, liegen, et cetera.”
E: “En waarom zouden we dat alles dan niet meer doen?”
S: “Zou jij van jezelf willen stelen, tegen jezelf willen liegen of jezelf willen doden?”
E: “Nee.”
S: “Dat is de Belofte die God maakt. Als jij en ik beseffen dat we in wezen hetzelfde zijn, doen we elkaar niks vervelends meer aan.”
E: “Ok. En hoe is dit een verklaring voor de Vrije Wil, Schildpad?”
S: “Het feit dat God dergelijke dingen toelaat, is het teken van vrijheid én een teken dat Hij niet Almachtig is, zoals ik je al liet zien in het voorbeeld met de steen.”
E: “Als Hij Zijn kinderen over Vrije Wil laat beschikken en niet Almachtig is, wat wil Hij dan?”
S: “Hij wil herontdekt worden in een algemeen besef dat Hij niet versplinterd is maar Eén, Hij wil dat iedereen zijn eigen zoektocht naar God en dus naar Zichzelf onderneemt.”
Money, money, money
Onze chauffeur zet ons af in het stadscentrum. Old Posta. We zijn op een voor ons waardevolle plek, waar in een klein overdekt winkelcentrum onder meer een supermarkt, bank en internetcafé gevestigd is. In de supermarkt vinden we zeep, tandpasta, chips en andere spulletjes waarnaar we op zoek zijn en nuttigen we ons eerste handijsje van de reis. Vervolgens surfen we ruim een uur, checken we onze mails en de reacties op de reisverhalen. Na een week heb ik aardig wat mails ontvangen, waaronder een van Liesje (de lezer met een goed geheugen herkent haar van deel 1: de reis) waarin ze onder andere belooft bij mijn terugkomst wel aanwezig te zijn op het vliegveld in Brussel. Tof meid! Dan zie ik ook dat ik bericht heb van de bewonderenswaardige Tamara, roommate for one night, en eindelijk van een docent. Zoals ik al had verwacht, Bas van Beers. Kijk, met zo'n man maak je in elk geval nog kans de oorlog te winnen. Het is prettig om bij te lezen en ik reageer in alle rust op de berichten die voor mij belangrijk zijn. Tot besluit plaats ik me achter de pinautomaat en trek er asociaal veel geld uit: 400.000 Ts. Ik kan jullie vertellen dat het een slordige 320 euro is, maar voor een Tanzaniaan met tegenspoed in het leven, houd ik een jaarsalaris in mijn klauwen. Ik geloof dat dit besef een nieuwe dimensie voor ons Westers referentiekader is.
Kick'm in the nuts
Ik ben geen hielenlikker, maar als het toch moet, dan zijn de hielen van Father Mkude geen slechte plek om te beginnen. Tijdens het eten van Ughali – de kleverige pasta – houd ik mijn gezicht in de plooi en lieg zelfs aan dat ik het een lekker gerecht vind. Ik voel me een eend op het water; aan de oppervlakte lijk ik kalm en rustig, maar daaronder spartel ik. Ughali, het maisachtige gerecht dat je met de handen eet, is traditioneel en ademt cultuur. Hardop ervoor uitkomen dat het zo onderhand een spruitjes verhaal begint te worden, is ongeveer hetzelfde als de Paus in de noten trappen. Dat doe je ook niet, dat word je niet in dank afgenomen. Al kan ik me voorstellen dat de Paus mogelijk een ongelukkig voorbeeld vormt. Gelukkig lonkt de schaal met fruit; watermeloen, banaan, mango en avocado. Dat is de beloning als je sterk bent, spreek ik mezelf herhaaldelijk moed in. Watermeloen, dat is overigens wel een anekdote waard. Vijf jaar geleden bracht ik mijn zomervakantie met mijn (ex-)vriendin in Kroatië door. Mijn voormalig schoonvader, die in de juiste veronderstelling leefde dat ik nog meer verliefd was op watermeloen dan op zijn dochter, verraste me op een avond met de delicatesse. Stel je de lengte van een kinderarm voor en de breedte van het studieboek in mijn kast dat inmiddels al ruim drie jaar als trouwe boekensteun dienst doet. Indien ik hem diezelfde avond nog soldaat maakte, hoefde ik hem niet terug te betalen, zo werden de voorwaarden me bijgebracht. Overbodig te vermelden dat ik de meloen burgemeester maakte en met de vlag kon zwaaien...
If God was a painter
... dan heeft Hij de ziel van Afrika met een uiterst kleurrijk palet geschilderd. Het valt me steeds vaker op. Afrika straalt en de grootste schoonheid ligt hier in de kleinste dingen besloten. Al moet je het wel even willen zien. Kijk naar de moeder met haar kind op haar rug in een doek gewikkeld met de kleuren van de regenboog. Kijk naar de uitdossing van de lokale bevolking; rood, geel, groen, blauw, en al het daarvan afgeleide. En voel het volgende. Een kind groet me. Ik maak een kniebuiging en als blijk van respect voor de 'ouderen' legt ze haar vlakke hand op mijn haren en zegt met een klein stemmetje: “Karibu sana.” Ja, dat doet echt wel wat met me. Wat zeg je als woorden niet genoeg zijn? Geen idee, dus doe ik het enige dat ik wel kan en glimlach. Zij beantwoordt mijn lach met stralende tanden, waarvan een van de twee voorste ontbreekt, omdat ze aan het wisselen is. Even, heel even maar, spreken het meisje en ik dezelfde woordeloze taal.
The flying angels club
Vandaag laten we onze zintuigen vullen bij het zwembad. The missions to seamen, zo luidt de echte en volledige naam van deze plek. Bart en ik zijn er al vaker gaan zwemmen, zoals op onze eerste avond na aankomst in Dar es Salaam. Inmiddels kent men onze gezichten daar wel en zien ze ons een beetje als de zonen van father Mkude. Het restaurant heet met een prachtige naam 'The flying angels club' en de eigenares begroet ons met een brede glimlach. 'Boys, you have returned!' Ja, ze is blij ons te zien en wij bestellen alvast een gerecht voor de lunch – een halve haan met groente en friet, om een mentale brug naar Nederland te slaan – met daarbij een bier. Een uur of drie lang leven we ons uit in en rond het zwembad; na een week herstellen van malaria voelt het water bevrijdend. Ik kan nu eindelijk zien hoe het met mijn conditie is gesteld. Wel wat minder natuurlijk, maar ik kan oprecht tevreden zijn. Bart ligt te zonnen op de duikplank, terwijl ik schijnbaar doelloos door het water dwaal. Ik draai op mijn rug, adem in en blijf drijven. Starend naar de zon kan ik een glimlach niet onderdrukken. Hij ontstaat in mijn mondhoeken en wordt alsmaar breder. Waarom ik lach? Moet daar een direct aanwijsbare reden voor zijn?
More than a feeling
In de late woensdagmiddag keren we voldaan terug op Kibangu Parish. Brian moet zo meteen weer een mis dienen en hij laat het aan ons over of we meegaan of niet. Nou, als er een manier is om je waardering te laten blijken, dan is het een mis van hem bijwonen. Volgens mij doet dat Brian erg goed en bovendien geniet hij er zichtbaar van om ons op het altaar te vragen. Ik moet toegeven dat het elke keer een enorme kick geeft. We gaan naar de derde en kleinste kerk van de Ubungo-gemeenschap; een bouwval van hout en golf platen. Maar zoals een organisatie niet bestaat uit bakstenen en inboedel, bestaat een kerk ook niet uit steen en een orgel. Het gaat om de mensen en die zijn ook nu weer in overvloed aanwezig. Van zuigeling tot bejaarde met het sterfbed in zicht is iedereen aanwezig. Overigens, als het gaat regenen, zijn we binnen de minuut doorweekt. Stiekem hoop ik erop, maar het zal niet gebeuren. Vrij van alle schroom zoeken we een plaats vooraan in de kerk op een van de provisorische houten bankjes. Tussen het koor. Het is niet erg, we mogen blijven zitten. Graag zelfs. Brian toont wederom waarom hij zo geliefd is. Hij preekt niet – zoals in Nederland de voorganger spreekt en het volk luistert. Nee, hij gaat een leuk gesprek aan met de kinderen. Ik geniet, de kinderen genieten, iedereen geniet. Terwijl het koor haar ziel en zaligheid in het repertoire legt, tekent Brian een askruisje op ieders voorhoofd. Ook bij mij en Bart. Als we weer zitten en de rij mensen naast me stapvoets naar voren schuifelt, springt er een jongeman tussen ons. Spijbelen is in de kerk ook geen vreemd fenomeen. Hij is weliswaar te laat, maar zijn entree is er een met verve; hij geeft me een knipoog en zonder moeite pikt hij het ritme van het koor op en klapt en zingt mee. Even later is het grote moment weer daar; Karibuni wanafunsi. Brian nodigt ons uit en er wordt geklapt en gejoeld. In haast vlekkeloos Swahili spreken we in het schemerdonker de mensen toe. “Habari za jioni.” - gevolgd door een luidkeels en eensgezind – “Nzuri sana, asanteni sana!” – waarop ik onder luidt applaus vervolg – “Salama, asanteni sana. Jina langu ni Tom,” – en Bart – “Jina langu ni Bart,” – weer moeten we wachten – “Sisi ni wanafunsi wa chuo” – zeg ik en Bart vult me soepel aan – “Sisi ni o'Hollanze,” – weer wachten tot het stil is om tegelijk te besluiten: “Tumsifu Jesú Kristú.” Ja, we hebben het weer gedaan. “Karibuni sana!” krijgen we van alle kanten te horen en zo voelt het ook. Na de mis word ik bedolven onder een vloedgolf van kinderen; ze willen allemaal een handje van me – sommigen laten bijna niet meer los – en zijn zo verheugd als alleen een kind dat kan zijn. Ik bid niet, geloof niet in de God van de Bijbel, pole sana, maar toch voelt het niet bezwaarlijk dat ik hier zit. Waarom? Ach, gewoon een gevoel. En wat me dan trekt? Het is de muziek, de passie en de eendracht, die het zelfs maken dat ik haast ongemerkt tot een gebed kom...
The best is yet to come
Er zijn niet veel dingen die ik zeker weet. Het leven kenmerkt zich nu eenmaal door een aaneenschakeling van niet-te-verijdelen gebeurtenissen en onvoorziene onzekerheden, waarop we vaak koortsachtig een passend antwoord zoeken. Een ding weet ik wel zeker en het is een belofte die ik nu maak. Nee, niet de lege belofte van een moeder aan haar kind dat ze er altijd voor haar zal zijn – omdat dat simpelweg niet te beloven is – maar één geboren uit een diepgeworteld gevoel: het beste komt nog...
-
02 Maart 2009 - 21:55
Liesje:
Zoals altijd heb je het hier weer voortreffelijk beschreven...en laat je ons hier meegenieten van de sfeer waarin je daar zit!
groetje -
04 Maart 2009 - 19:55
T. José:
Het doet goed te lezen dat het eten weer smaakt, dat jullie kunnen genieten van een middagje zwemmen en van het contact met de bevolking.
Ga zo door! -
05 Maart 2009 - 17:40
Oom:
Je belevenissen en gevoelens zijn heel mooi verwoord Tom.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley