DEEL 30: Water
Door: Mafkeetels
Blijf op de hoogte en volg Tom
06 April 2009 | Tanzania, Dodoma
Water
Background music for reading (www.youtube.com)
Tijdens het lezen is het luisteren van onderstaande muziek aanbevelenswaardig.
1. In The Ghetto – Elvis Presley
2. See See Rider – Elvis Presley
3. The Wonder Of You – Elvis Presley
(Driemaal The King voor Neef Danny)
Sunken Saturday
Het regenseizoen is vandaag simpelweg meedogenloos en het is net of Dar es Salaam haar eigen zondvloed ondergaat. Waar Bart en ik graag naar het centrum gaan met de avontuurlijke bajaj om rond te snuffelen, terloops mensen aan te spreken, iets te gaan drinken en wellicht een boek of net wat te kopen, komt van dat alles waarschijnlijk niets terecht. Nee, wegen en droge rivieren vol puin bekomen onder dwang van de natuur stromende wateren. Het is anders dan alles dat ik tot nog toe heb gezien. Indrukwekkend, om getuige te zijn van Haar geweld en om te zien hoe de Tanzanianen er mee omgaan; Darwin zou trots op hen zijn.
Shelter from the rain
Een kwartier eerder deze dag dalen we met goede hoop de heuvelen van Kibangu af richting de geasfalteerde weg om vanaf daar per bajaj verder te reizen. Halverwege de afdaling verrast Moeder Natuur ons echter met een douche; natuurgeweld! We schuilen onder een uitsteeksel van een golfplaat met her en der gaten en het is onmogelijk om droog te blijven, laat staan om in de komende vijf minuten niet volkomen doorweekt te raken. Een jongen die een kleine winkel heeft tegenover waar wij staan, wuift ons naar hem te komen. “Karibu sana,” zegt hij en gebaart ons verder te komen. Hij tilt een gordijn op dat als deur dienst doet en pakt twee plastic stoelen van een stapel en zet deze voor ons neer in een uiterst kleine doch sfeervol ingericht kamer. Muziek, het doet me aan als de Veronica van Tanzania, schalt uit de boksen in de hoek. Na een half uur is het droog genoeg om verder te gaan; we bedanken de jongeman en beloven zeker nog eens langs te komen.
Lacking government
Doordat we ons op hoger gelegen land begeven dan de rest van de stad die zich voor ons uitstrekt richting onmetelijk blauw, krijgen we sterk het vermoeden dat grote delen van Dar es Salaam door de heftige storm van zojuist zonder stroom zijn komen te zitten. Waar de overheid normaal gesproken op zijn minst een aantal basistaken op zich moet nemen, als veilige en schone straten en elektriciteit en schoon water, daar blijft de Tanzaniaanse overheid serieus in gebreke. De meeste huishoudens dienen in hun eigen water te voorzien, schoon en veilig zijn de straten over het algemeen allerminst – het is meer een publieke vuilnisbelt waar mens en verkeer zich als ongeleide projectielen overheen bewegen. En het verhaal van elektriciteit zal jullie inmiddels bekend zijn: de overheid koopt tweedehands machines die de stad in stroom dienen te voorzien, onderhouden deze niet of nauwelijks waardoor geld in de verkeerde zakken glijdt en de bevolking met de gebakken peren komt te zitten. Corruptie viert hoogtij in hoge kringen en het spreekwoord over de hoge bomen lijkt hier niet op te gaan, want ze vangen toch maar weinig wind. Niet onaantastbaar maar het komt er toch aardig in de buurt. Ach, zolang je het volk dom houdt, kan je niks overkomen, wel soms? Als ze al iets doen, doen ze het nog niet eens goed. Jammer, want net zo belangrijk als het goede doen, is de dingen goed doen.
Looking for shelter again
Inmiddels hebben we de geasfalteerde weg bereikt, maar wat we daar aantreffen staat me allerminst aan. Het verkeer staat zo vast als een huis en er lijkt geen doorkomen aan. We besluiten om parallel aan de weg te gaan lopen om verderop maar weer een nieuw plan te bedenken. Echter schiet er al snel een koude rilling van mijn nek over mijn ruggengraat naar beneden; een dikke druppel uit de hemel is de dader. Met hem vallen er gestaag nog meer en ik weet dat het geweld weer terugkomt. Bart en ik duiken een klein internetcafé in, waar gelukkig de stroom het nog doet en we maken van het moment gebruik om onze mails te checken. Enkele familieleden, waaronder mijn broer en een paar neven en een nicht, hebben leuke berichten achtergelaten op mijn webpagina. In de bijna twee uur van regen die volgen tik ik de ene na de andere mail – aan familie en vrienden – en struin ik enkele websites af; op zoek naar alle nieuwtjes in de voetbalwereld bijvoorbeeld. Als de regen buiten ietwat afgezwakt is, rekenen we af bij de vrouw en lopen we de straat weer op. Het verkeer is nog steeds een massale opstopping van metaal-aan-metaal en zwarte wolken vettige rook. Nee, dat gaat hem niet worden vandaag en bovendien is het al middag. We besluiten maar weer terug te gaan naar Kibangu.
Uphill adventures
Zand en klei ondergaat de geselende regen zonder tegen te stribbelen en laat zich meevoeren in sterke en zwakkere stromen, afhankelijk van de helling van de heuvel. Ik zie aardrijkskunde. De straten zijn dood, de wateren leven. Het blijkt nog een heel avontuur om terug te komen bij de kerk, want soms is het alsof we met geen mogelijk om een enorme plas heen kunnen. Toch vinden we telkens weer een manier, soms door behendig en lichtvoetig van steen tot steen te springen of struikgewas te doorkruisen. Hier en daar helpen we andere, oudere mensen met het oversteken van stroompjes. We balanceren over stenen randjes met links en rechts van kolkend water, lopen over fragiele houten bruggetjes die het elk moment kunnen begeven. Ik geniet. Dit is stiekem iets waarop ik al enkele weken hoop; pure overmacht, niet meer, niet minder. Bart bedenkt zich op tijd dat Father Albert over een paar dagen een jaar ouder wordt en bij iets wat door moet gaan als een slijterij doen we inkopen; van elk soort bier kopen we er één. Ja, ik zet alle zeilen bij om mijn Indische vriend een imago van bier aan te meten en ik denk dat het me nog gaat lukken ook.
Joshua Thomas
Halverwege de weg naar boven nemen we pauze bij een café-restaurant. Om even te zitten en om van onze vrije dag te genieten. Nu kunnen we toch nog dat biertje drinken, weliswaar niet in de stad, maar wel koud en lekker. Al snel raken we aan de praat met een jongeman in die getooid gaat in een oud Liverpool shirt en die zich later aan ons voorstelt als Joshua Thomas. Wat een coole naam zeg. We spreken wat over voetbal en kletsen over het leven in Nederland en Tanzania, terwijl we genieten van een meer dan welkom – ik wil niet per se zeggen dat we verdiend hebben – biertje rechtstreeks van Kilimanjaro. Ik voel me een beetje licht in het hoofd als we even later weer verder lopen en het maakt me niet meer uit of mijn witte broek nu naar ram bam gaat of niet. Natuurlijk maakt dat niks meer uit, ik ben immers in Tanzania en je moet wel erg vreemd in je hoofd zijn als je je al om zoiets druk zou maken. Ik glimlach, want ik bedenk me net iets. Mijn moeder vertelde me onlangs nog dat mijn broer wat kleren van me heeft overgenomen, vind ik niet erg, en dat ze al bonnen opspaart voor mij als ik terug kom. Wel, mam, ik ga ze nodig hebben, denk ik. Haha. Want mijn klerenkast valt hier in het water...
-
11 April 2009 - 01:00
Broer:
Ik heb je kleding niet definitief overgenomen hoor ;)
Maar het is wel handig, ik heb het niet zo op kleding kopen. -
12 April 2009 - 20:48
T. José:
Zware regenbuien... geen stroom...
Moet ik daaruit concluderen dat de economie van Dar es Salaam tijdens de regentijd met regelmaat stilligt?
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley