DEEL I: Lavatower - Reisverslag uit Dodoma, Tanzania van Tom Keetels - WaarBenJij.nu DEEL I: Lavatower - Reisverslag uit Dodoma, Tanzania van Tom Keetels - WaarBenJij.nu

DEEL I: Lavatower

Door: Mafkeetels

Blijf op de hoogte en volg Tom

10 Mei 2009 | Tanzania, Dodoma

DEEL I
Lavatower

Starry, starry night
Plassen op de berg doe je op elke plek die je geschikt lijkt, dat is hier niet het probleem. Echter, wat wel het probleem is, is het plassen zelf. Kijk, als je tot bijna vijf liter water per dag drinkt met daarnaast soep en andere voedingsmiddelen waarin ook vocht zit verwerkt, dan blijft het niet bij een keer uithangen per dag om het zo maar te zeggen. Overigens is het uithangen per dag ook niet zozeer het probleem, het is een korte pauze tijdens het wandelen. Nee, 's nachts is het probleem. Mijn blaas drijft me deze tweede nacht tot drie keer toe uit mijn slaapzak en uit de tent. Steenkoud, geen zon, geen maan ook de eerste twee keer, maar wel tegen de ochtend rond een uur of vijf; haar licht hult de berg in een zilveren schijnsel en dan zijn daar ook de sterren, miljoenen, nee, miljarden schitteren als speldenknoppen op een zwartblauw doek en dan is daar ook de Melkweg, een witte veeg. Onmiskenbaar. Daar sta ik dan met de benen iets uit elkaar een in de koude krimpend geval tussen mijn vingers en met mijn hoofd achterover in mijn nek op vierduizend meter naar boven te staren. In mijn gedachten zingt Don McLean over Vincent tijdens een sterrennacht terwijl ik me verwonder over het enorme aantal bollen van gas dat ik nu zie. Zoveel heb ik er werkelijk nog nooit van mijn leven gezien en ik weet zeker dat in Nederland, met alle lichtvervuiling, ik er in een week bij elkaar nog niet zoveel zal ontdekken aan de hemel. Nee, dit is simpelweg uitzonderlijk. Hoelang ik daar sta, weet ik niet, maar ik weet wel dat op een gegeven moment Bart met open mond van verbazing naast me is komen staan.

Day 3: Shira Camp (3950) to Lavatower? (4700) to Baranca Camp (4000), 24-04-2009

Acclimatisation up ahead, hopefully...
Bijna onmerkbaar vervagen de sterren door een opkomend, blauwig schijnsel van achter de wolken. Het licht vervangt het duister met een duizelingwekkende snelheid op de Kilimanjaro. Ik heb amper meer geslapen sinds mijn sterrenwacht en heb wat muziek geluisterd en lam liggen draaien. Daar had ik vrede mee overigens want het aanzicht had me klaarwakker gemaakt en had alle moeheid in me verdreven. Over de wolken kijk ik uit; het is een kudde schapen, of nee, een goddelijke schuimparty. Aan de einder torent Mount Meru in een spitse, rotsachtige punt boven het witte dek uit. Zou ik over de wolken kunnen wandelen, vraag ik me af, zouden ze me dragen of zou ik vierduizend lange meters naar beneden donderen. Het lijkt best stevig, het ziet er dik uit, het golft en het is onmogelijk er doorheen te zien. Mickey trekt me uit mijn mijmeringen door het ontbijt aan te kondigen. Ik draai me weg van het uitzicht en keer me naar Kibo die in de vroege weer even zichtbaar is. Nee, niet de wolken, dat doe ik misschien een andere dag nog wel, het is daar waar ik heen wil, naar boven.
Tijdens het ontbijt komt Rocky even bij ons om de dag met ons door te nemen. Vandaag volgen we een technisch niet al te zware route omhoog naar een meter of 4300 en steken we de onzichtbare grens over. De grens waarna men serieus rekening moet gaan houden met de intrede van de hoogteziekte. Als ik naar mezelf kijk, dan kan ik daar mee inkomen. Ondanks dat ik nu zonder klachten al hoger zit dan ik ooit ben geweest, merk ik wel dat het vanaf hier met de meter omhoog zwaarder zal worden; de lucht wordt steeds ijler en dus de inspanning per voetstap groter. 'Als het allemaal goed gaat', zo vertelt onze gids, 'dan zakt de hoofdpijn die je gaat krijgen tijdens deze wandeling langzaam weg als we even stoppen op 4300 meter om te eten. Indien dat inderdaad het geval is, kunnen we door naar Lavatower op 4550 meter, waar je al hoger zit dan Mount Meru in Arusha. Een uitstekende prestatie voor iedereen die de Kilimanjaro beklimt.' Een paar dingen uit zijn woorden – waaraan ik overigens geen moment durf te twijfelen – onthoud ik, ten eerste de hoofdpijn die hij voorspelt en ten tweede Lavatower. Dat laatste gaat vandaag mijn focus worden; het is als een baas die je moet verslaan in een spel voordat je naar de eindbaas mag: Uhuru.

De tocht vandaag is inderdaad niet moeilijk en ik hoef dan ook geen handen te gebruiken, maar daarbij steekt er inderdaad wel een ander 'probleem' de kop op; de druk op mijn slapen neemt langzaam meer en meer toe tot een hardnekkig steken dat ik niet kan negeren. Dat is de hoogte en een belofte van Rocky. Het weer is inmiddels van zachtaardig naar kwaadaardig omgeslagen. Een koele mist slaat zich als een deken om ons heen en van alle kanten teisteren de scherpe wind en zachte hagel ons. Met de lunch plaats op 4300 – de splitsing tussen afdalen of door naar de toren, de baas – een half uur, ik maak er drie kwartier van door mijn pas nog iets meer te vertragen, vanwaar ik nu ben, houd ik me vast aan de andere belofte van mijn gids, dat de hoofdpijn tijdens het eten weg zal zakken. Onderweg komen we twee andere bergbeklimmers tegen, twee Braziliaanse jongemannen van eind twintig die ogenschijnlijk een stuk fitter zijn dan Bart en ik na onze verknipte Kili-training, schuilend onder een overhangende rots tegen het weer met de poncho tot ver over hun gezichten getrokken. Ook wij zoeken beschutting tegen het weer en drinken en eten zoveel als we kunnen. Vanuit mijn bunker ontvang ik het nieuws dat de Braziliaanse mannen de hoogteziekte te hevig ervaren waardoor zij gedwongen moeten afdalen naar 4000 meter om daar hun acclimatisatie voort te zetten. De hoofdpijn steekt me langer en heftiger dan me lief is. Ik besef dat ook ik hier voor het blok sta en dat ik nu heel eerlijk tegen mezelf moet zijn, want bergbeklimmen is geen grap en dus niet zonder risico's die de gezondheid kunnen schaden. Terwijl ik rustig – je druk maken, maakt het alleen maar erger – nog een halve liter water achterover kik, maak ik de balans van mijn lichaam op; voeten, kuiten en bovenbenen verkeren in uitstekende toestand; mijn maag is rustig, ik ben niet misselijk en ademen is geen probleem; en in mijn hoofd bespeur ik geen duizeligheid, maar wel nog de hoofdpijn. Het is nog steeds mistig, stel ik vast, maar de wind en de regen zijn gelukkig afgezwakt. Dat gezegd te hebben, is de werkelijke vraag die overblijft: “Wanneer gaat positieve vastberadenheid over in negatieve overmoed?” Ik wil ontzettend graag door naar Lavatower, maar ik ben ook verstandig genoeg na de hevige malaria aanvallen mijn gezondheid niet nog langer serieus te riskeren. Ik zit in dubio en zo ook mijn reisgenoot Bart. Onze blikken kruisen elkaar en daarin bereiken we verstandhouding. “Wat doen we...?”

(Kijk, beste lezer, volgens mij noemen ze dit een 'cliffhanger', een moment in het verhaal waarop de schrijver de lezer bewust even laat 'hangen' en nieuwsgierige spanning oplegt. Wat gaan ze in hemelsnaam doen? Ach, lees nu maar gewoon verder...)

Vijf minuten later hebben we de klimstokken weer in de hand, het hoofd gebogen, de ene voet vlak voor de andere, verzonken in gedachten. Ik heb een beslissing genomen en Bart heeft afzonderlijk van mij dezelfde keuze gemaakt; verantwoord en weloverwogen. We zijn op weg naar Lavatower. Zolang we genoeg water tot ons blijven nemen in langzaam en rustig lopen, is het te doen. Met elke stap die ik zet en elke slok die ik neem, rechtvaardigt mijn keuze zich meer en meer. De hoofdpijn zakt, gaat zelfs helemaal weg, en dat terwijl we sinds de lunch alweer 200! meter zijn gestegen. Zo schudden we de klachten van ons af en bereiken we bovendien Lavatower op 4550 meter, waarmee we een punt hoger dan de tweede hoogste berg in Tanzania, de Meru, hebben bereikt. Vol trots en met een brede glimlach schudden Rocky en Agustino ons de hand. Beiden zijn blij dat we op een verantwoorde manier hebben doorgezet. Daar staan we dan, nog altijd met de mist om ons heen, voor de befaamde toren van naakte rots. Het is een wild kunstwerk van Moeder Natuur dat als een donkere schaduw tot een meter of honderd boven mijn hoofd uitsteekt. De toren is verleidelijk, lokt me uit om haar te beklimmen. Bart en ik kijken naar boven, naar elkaar en knikken. We denken hetzelfde en het is Bart die Rocky vraagt of er een weg naar boven is. “Up to Lavatower?” stelt onze gids de wedervraag, waarin ik verbazing proef. “Ndiyo, hapo,” verzeker ik de beste man en wijs naar boven zodat er geen misverstand over bestaat. “Are you sure?” zegt Rocky uiteindelijk. We knikken. “Yes,” zegt Bart, “we feel strong now.” Ik vul hem aan: “No headaches, no pain, stronger than yesterday even.” En dat is geen woord gelogen, want het is adrenaline die door mijn aderen jaagt en vreemd genoeg voelt het nu, in tegenstelling tot een paar uur geleden, alsof ik twee voetbalwedstrijden achter elkaar kan spelen. “So, is there a way up there?” vraagt Bart opnieuw. “Well, there is a way...”

(Och, hier hebben we toch weer zo'n vervloekte 'cliffhanger' en laat me jullie alvast één hint geven alvorens jullie verder lezen: what's in a name..? Het volgende deel geeft uitsluitsel over deze overweging. Sorry, nog even wachten dus...)



  • 12 Mei 2009 - 20:37

    Aukje:

    Ik loop helaas ontzettend achter met al je verhalen. Danny praat mij gelukkig regelmatig bij!

    Veel liefs,
    Aukje

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Tom

Afstudeeropdracht: Onderzoek de mogelijkheden naar het opzetten van een supply chain voor Jatropha zeep in Tanzania.

Actief sinds 28 Dec. 2008
Verslag gelezen: 99
Totaal aantal bezoekers 30798

Voorgaande reizen:

02 Februari 2009 - 02 Juni 2009

Mijn eerste reis

Landen bezocht: